Polar Cadence sensor Gebruiksaanwijzing: Aan de slag > Trapfrequentiesensor installeren

Trapfrequentiesensor installeren

Om de trapfrequentiesensor en de crankmagneet te installeren hebt u een kniptang nodig.

  1. Zoek een geschikte plaats op de achtervork voor de trapfrequentiesensor (afbeelding 1 A ). Installeer de sensor niet aan dezelfde zijde als de ketting. Het Polar-logo op de sensor moet vanaf de crank naar buiten zijn gericht (afbeelding 2).

  2. Bevestig het rubberen onderdeel aan de sensor (afbeelding 3).

  3. Maak de geschikte plaats voor de sensor schoon en droog, en bevestig de sensor op de liggende achtervork (afbeelding 2 A). Als de sensor de draaiende crank raakt, buig hem dan een klein stukje opzij. Draai de tie-raps om de sensor en het rubberen onderdeel. Trek ze nog niet helemaal vast.

  4. Plaats de crankmagneet verticaal aan de binnenzijde van de crank. (afbeelding 2 B). Maak de bevestigingsplaats voor de magneet goed schoon en droog. Bevestig de magneet op de crank en gebruik de tape om alles goed vast te zetten.

  5. Plaats de sensor zodanig dat de magneet vlak langs de sensor beweegt zonder deze te raken (afbeelding 2). Buig de sensor zó naar de magneet dat het gat tussen de sensor en de magneet kleiner is dan 4 mm/0,16 inch. De afstand is juist wanneer een tie-rap precies tussen de magneet en de sensor past. Aan de achterzijde van de sensor zit een ingeslagen stip (afbeelding 4) die het punt aangeeft waar de magneet naartoe moet wijzen bij het passeren van de sensor.

  6. Draai de crank rond om de cranksensor te testen. Het rode knipperlicht op de sensor geeft aan dat de magneet en de sensor juist zijn gepositioneerd. Als u de crank blijft ronddraaien dooft het licht. Trek de tie-rap stevig aan en snij het overtollig stuk af.